VOORTAAN
Nu het plekje tussen vier muren in mijn moeders huis niet langer meer gevuld is met mijn spullen en ook mijn rommel
en irritatie
en frustratie van de huizencrisis
Nu er ruimte is om mijn vleugels uit te slaan zonder dat ze dubbelvouwen tegen de lege verhuisdozen die al klaarstonden
en de stapels was die mijn moeder nog al die tijd voor mij vouwde als ik in ruil daarvoor de kattenbak poetste
Nu ik mijn eigen wasjes vouw en me zo nu en dan realiseer dat wasjes vouwen verschrikkelijk is maar ook rustgevend kan zijn
als je alles draaiende probeert te houden maar daar soms ook van wil weglopen
Zie ik dat ook ik nu mijn koffiepads bewaar in een glazen pot
Niet zo’n weckpot in een mooi georganiseerd keukenkastje
maar een glazen pot waar voorheen knakworsten in zaten en die ik eerst een week liet staan met een laagje water en afwasmiddel
maar toch
En dat ik ‘s avonds voor het vallen van de nacht de kussentjes op de bank een keer opklop
En het fleecedekentje na gebruik zorgvuldig opvouw en oprol tot een mooi decorstuk in plaats van dat ik het laat liggen als een slapend dier
Dat ik bosjes tulpen koop en die verdeel over verschillende vazen zodat er op iedere tafel een bloemetje prijkt
al is het er maar één in een glas dat daar eigenlijk niet voor bedoeld is
En dat ik de plastic tasjes die ik koop wanneer ik steeds mijn herbruikbare boodschappentas vergeet verzamel in weer een ander plastic tasje in de kelder
Realiseer ik me dat alles wat ik eerst zo zag als vanzelfsprekend en normaal
Zo bijzonder zijn en waren
En dat ik op mijn eigen manier
Met een knakworstenpot in plaats van zo eentje met een ijzeren beugel
Alles zo waardeer en mis
Maar ook plaats maak voor een nieuw thuis waar mama in plaats van wasjes vouwen
ook even weg kan zijn